Na lange tijd spraken we opnieuw af met een van onze eerste klanten. Net zoals veel MKB’s hebben ook zij de handen vol met de COVID situatie. Toch speelde er ditmaal ook wat anders. Laten we haar Ellie noemen. Zij was altijd een fijne meid. Een spraakwaterval en eindeloos optimist. We merkten meteen dat er best wat wolken voor de zon zaten toen we met haar spraken. Waar ging het dan over?
Nou Ellie heeft een teamleader. Laten we hem even Ronald noemen.
Toen de lockdown begon, begon haar afdeling met een dagelijkse online inhaalronde, meestal van een half uur, om te zien hoe iedereen het doet en voor belangrijke werkupdates. Oorspronkelijk was het een leuke manier om even bij te praten, en hoewel ze aanvankelijk niet het gevoel had dat een dagelijkse vergadering nodig is, toch waardeert ze de inspanning van iedereen met elkaar in contact te houden.
Maar naarmate de lockdowns elkaar opvolgen en het thuiswerk begint door te wegen verandert er wat in die dagelijkse gesprekken. Het probleem is dat haar manager, “Ron”, helemaal niet geniet van de lockdown en dat ook aan iedereen laat weten. De dagelijkse check-ins voelen regelmatig aan als mini therapiesessies voor hem. Hij gaat lang door over de manier waarop de regering met de pandemie omgaat, de reactie van het bedrijf, de stress op zijn werk, hoe zijn twee kinderen het moeilijk hebben, het onvermogen van het publiek om zich sociaal af te zonderen, het slechte weer, zijn bredere politieke gemopper, zijn algehele slechte humeur en geestelijke gezondheid, enzovoort. Het is ongelooflijk vermoeiend en kan haar (en een goed deel van het team) de rest van de dag in een sleur laten zitten.
Die uitbarstingen gaan een tijdje door, en hoewel er wel andere mensen aan het gesprek deelnemen, is het toch vooral Ron’s show. Hij is een verder geweldige en ondersteunende baas, en de afdeling is close met minder scheidslijnen tussen senior en junior leden van het team, dus iedereen begrijpt wel dat hij het gevoel kan hebben dat hij zijn gevoelens uit aan zijn vrienden – maar toch. Wat nog frustrerender is, is dat hij zich regelmatig verontschuldigt (op een “ha ha, ach” manier) voor het afreageren, maar geen moeite doet om te veranderen, en aan het eind benadrukt hoe gelukkig we zijn dat we nog een baan hebben of mensen aanspoort om één positief ding te delen tijdens de vergadering, zodat we “op een hoge noot kunnen eindigen”. Laten we wel wezen: tegen die tijd is natuurlijk niemand meer in de stemming om zich gelukkig te voelen en kan niemand meer iets positiefs bedenken om zijn leven te redden.
Hier komt dan de knoop voor Ellie.
Ze heeft echt, echt met hem te doen en ze voelt helemaal mee met zijn frustraties, maar ze begint wel het gevoel te krijgen dat zij (en het team) een uitlaatklep zijn voor gratis therapie. Omdat dit maar blijft duren heeft ze ook helemaal niet het gevoel dat het helpt om regelmatig emmers negativiteit over het team heen gedumpt te krijgen. En ze vindt het al helemaal niet gepast dat managers zich zo afreageren op ondergeschikten die er niet onderuit komen om naar hem te luisteren. (Vooral over de stress van een verhoogde werkdruk als manager – hoort dat nou net niet bij het management en is dat niet een van de redenen voor een verhoogd salaris?)
Is ze nou echt harteloos door dit stilaan beu te geraken? Is ze afgestompt door al dat afstandwerken?
Het antwoord is even helder als het eenvoudig is. Neen je bent niet afgestompt. Neen je bent niet harteloos.
Ron krijgt duidelijk wat opluchting door zijn hart te luchten bij het team, maar in het proces brengt hij zijn verdriet over op de rest van jullie. Het is stressvol om naar iemand anders te luisteren, en dat wordt erger naarmate de persoon blijft doorzeuren over hetzelfde onderwerp. Dat geldt nog meer als datgene waar de persoon over ventileert iets is waar jij ook bezorgd over bent. Voor veel mensen is de controle over wanneer en hoe ze denken over een stressvol onderwerp een belangrijk onderdeel van hoe ze met die stress omgaan. Als die controle wegvalt en je gedwongen wordt om stil te staan bij de erge dingen die op dit moment op je afkomen, vooral als je niet in de juiste stemming bent, is dat slecht voor je eigen geestelijke gezondheid en je vermogen om met de situatie om te gaan.
Maar wat Ron zou moeten doen en wat hij doet, zijn natuurlijk twee verschillende dingen. Dus wat kun je doen?
Eén mogelijkheid is om te proberen de spelregels van deze vergaderingen te veranderen. Je zou aan het begin van de volgende vergadering iets kunnen zeggen als: “Ik merk dat ik er genoeg van heb om te praten over hoe slecht de zaken er nu voor staan! Zouden mensen de vergadering van vandaag pandemie-vrij willen houden?”
Een andere optie is om één-op-één met Ron te praten en dezelfde punten naar voren te brengen. Misschien is hij ontvankelijk als je hem uitlegt wat voor invloed het heeft op je geestelijke gezondheid – en als hij dat niet is, kun je vragen: “Vind je het erg als ik me terugtrek uit de gesprekken zodra het gesprek die kant op gaat?”
Je zou ook kunnen overwegen of het zinvol is om voor te stellen de dagelijkse vergaderingen helemaal te schrappen! Dagelijks is veel, en het klinkt niet alsof ze nog speciaal op het werk gericht zijn. Je zou erop kunnen wijzen dat nu jullie allemaal al een tijdje thuis werken en meer op afstand werken, ze misschien niet nodig zijn.
Maar dit alles is niet harteloos om op te voeden. Sterker nog, je zou je collega’s die net zo emotioneel overspoeld zijn een dienst bewijzen door te zeggen: “Dit is te veel.”